Maar nu, aan de vooravond van de start van die bewuste week ben ik degene die het moet horen en lezen. Zittend in de kamer van mijn kinderen, tokkelend op mijn laptop, terwijl zij langzaam aan in slaap vallen. Ik weet het, idealiter zit ik hier niet. Maar vanavond had ik daar even nood aan. Aan een uurtje langer bij hen zijn. 

Want vandaag was een dag vol twijfels. Hij startte met beide jongens die huilden om extra melk in hun flesje, net voor we opstaan moesten. De regel is dan dat we geen flesjes meer drinken, maar melk in een beker kan bij het ontbijt. Dat verliep niet zonder slag of stoot. 

Kwamen het eten en aankleden en mochten ze beide even televisie kijken terwijl wij de rest van de taken afwerkten. Ik weet het, schermen zijn geen nanny’s. En toch kijken ze hier geregeld een aflevering van het een of ander. Meestal samen, soms alleen zodat we – mijn man en ik – het een en ander gedaan krijgen. 

Over naar de schoolpoort. De ene dag gaat dat vlot. Maar vandaag was er zo geen. Mijn oudste liet mijn been niet los, huilde en snikte en smeekte mij om te blijven. Dat hij me altijd zo mist als ik weg ben. Ik beloofde dat ik hem ’s avonds op zou halen. En dat hij niet lang in de nabewaking moest blijven. Mijn hart brak in duizend stukjes terwijl ik wegfietste. 

De dag liep en plots was het avond. Ik zou nooit op tijd aan de schoolpoort raken. Dus ik vroeg mijn man om de kinderen af te halen. En om daar niet te lang mee te wachten, want ik had beloofd er snel te staan. Weer een belofte die ik niet kon nakomen. 

Thuisgekomen was er niks aan de hand. Ja, ze hadden me gemist. Maar het was een geweldige dag geweest. Geen woord van schuld, geen verwijt. Mama was thuisgekomen en dat was al wat telde. En eten, er zou weldra eten zijn. Want hun papa was daar al mee bezig. 

De hele weg naar huis had ik mezelf verwenst. Dat ik hen weer achteruit geschoven had voor werk. Hoewel ik ook graag werk. Dat ik die tranen niet had weten voorkomen. Dat ik hen pijn gedaan had door te vertrekken. 

Het is vast herkenbaar voor veel ouders. En als het dat niet is, dan de twijfels over bedtijd, eten, routines, regels en snoepgoed wel. 

Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik twijfel continu. Hoe hard ik mijn jongens ook gewild heb en hoe voorbereid we ook waren, we wisten niet waar we aan begonnen. Op een dag legden ze dat kleine wezentje op je borst en was je mama… Maar hoe doe je dat, mama zijn? Hoe ben je een ouder en wanneer is je ouderschap goed genoeg? Is dat wanneer je de groentenkalender van Kind & Gezin tot de letter volgt? Wanneer je nog geen dag de vitamine D vergat? 

Op dappere dagen bedenk ik mij dat goed genoeg ouderschap is dat je jezelf in vraag stelt. Dat je probeert te bedenken wat je anders of beter kan doen. Dat je je best doet. En dat je jezelf toestaat dat niet alles zoals in de boekjes is. 

Maar ik ben niet alle dagen dapper. Soms ben ik gewoon bang. Bang om hen te veel te geven, of net te weinig. Om te veel te focussen op gevoelens, of te weinig op wat anders. Heel vaak ben ik bang dat er hen wat gebeurt. Er zijn zoveel dingen die kunnen gebeuren. En hoe hou je ze als ouder allemaal tegen? 

En als je dat niet kan, is je ouderschap dan goed genoeg? 

Eigenlijk heb ik meer vragen dan antwoorden over ouderschap. Ik doe het nochtans al een tijdje. Maar het is de eerste keer dat ik ouder ben van een vierjarige. En deze keer ouder zijn van een tweejarige is behoorlijk anders dan de eerste keer dat ik dat was. Dus ik weet niet of ik er zoveel over weet. 

Maar ik weet één ding. Dat er altijd iemand is die raad weet. Of het nu de geweldige mensen zijn in de kinderopvang, die effectief een diploma nodig hadden voor ze een kind in hun handen dropten. Of het zijn andere ouders, die net dezelfde worstelingen doormaakten. 

Ik denk dat vandaag een dappere dag is. Een dag waarop ik besluit dat jezelf in vraag stellen en vragen durven stellen aan anderen goed ouderschap is. Een dag waarop ik aanvaard dat niet alles altijd perfect zal lopen. En dat misschien net dat weer iets kan zijn om door te geven aan onze kinderen. Dat dingen al eens mislopen. Dat ouders al eens falen. Maar dat een keer falen, niet het einde van de wereld hoeft te zijn. 

Dus als jij dat vandaag even moest horen: Ik denk dat het oké is. Dat goed genoeg ouderschap iets is dat er iedere dag een beetje anders uit kan zien. En dat het oké is dat het al eens niet lukt. En dat de wereld dan niet vergaat.